Calorieën tellen is al een jarenoude traditie bij diëten. Vroeger werd het op een blad papier allemaal bijgehouden en uitgerekend. Vandaag de dag kan dat al een stuk gemakkelijker, dankzij de verschillende apps die er bestaan. Je downloadt gemakkelijk de gratis app op je smartphone en scant of voegt handmatig wat je eet toe aan je dagboek. Op het einde van de dag heb je dan een mooi overzicht van wat je gegeten hebt, hoeveel calorieën er in dat eten zat en, indien je sport-apps synchoniseert, hoeveel calorieën je verbrand hebt. Maar vandaag gaan we verder dan het analyseren van cijfers op onze weegschaal en het optellen van calorieën in ons voedsel alleen.
Weten hoeveel calorieën je op een dag binnenkrijgt, kan handig zijn om er op te letten dat je niet te veel eet of om je voedingspatroon onder controle te houden. Maar wat er echt toe doet, zijn de macro’s. De wat? Macronutriënten. Dat zijn de voedingsstoffen die je lichaam voldoende sterk houden en energie geven. Daarin zijn koolhydraten, eiwitten en vetten belangrijke componenten. Als je enkel rekening houdt met het aantal calorieën dat je op een dag binnenkrijgt, kan het perfect zijn dat deze 100% bestaan uit koolhydraten. Verre van gezond dus om eiwitten en vetten uit je levenspatroon te bannen. Om je doel te bereiken, of dat nu afvallen, bijkomen of stabiel blijven is, is het dus belangrijk om de juiste verhouding tussen de drie te vinden. Naast de macro’s, zijn uiteraard ook de micro’s héél erg belangrijk in het hebben van een gebalanceerde en gezonde levensstijl. Dat zijn de vitaminen, mineralen en vezels die je terugvindt in groenten en fruit.
Back to the macro’s. Hoe vind je nu die juiste verhouding tussen koolhydraten, vetten en eiwitten? Dat is voor iedereen anders. Zaken die deze verhouding zullen bepalen zijn: je geslacht, je sportieve acitiviteiten (niet-sporter, duursporter of krachtsporter), je lichaamstype (ecto-, meso- of endomorf) en je doel (bijkomen, balans vinden of afvallen). Hieronder geef ik een indicatie van hoe de verhouding eruit zou kunnen zien, maar afhankelijk van de factoren die ik hierboven vermeldde, varieërt dit voor iedereen. Alvorens je deze verhouding kent, moet je dus eerst weten hoeveel calorieën je gemiddeld per dag kan eten. Je caloriebehoefte kan je makkelijk online berekenen. Dat is de hoeveelheid calorieën die je nodig hebt op een dag om op gewicht te blijven. Wil je vermageren? Dan wordt er aangeraden om daar zo’n 10-20% vanaf te rekenen.
Nu je weet hoeveel calorieën je nodig hebt op een dag, kan je berekenen hoeveel daarvan koolhydraten, vetten en eiwitten zouden moeten zijn. Hieronder een beknopt schema die je op gang kan helpen.
Doel | Koolhydraten | Vetten | Eiwitten |
Bijkomen | 40 – 60 % | 15 – 25 % | 25 – 35 % |
Balans | 30 – 50 % | 25 – 35 % | 25 – 35 % |
Afvallen | 30 – 40 % | 20 – 30 % | 40 % |
Dit is echter maar een indicatie. Zoals ik al zei, is de berekening hiervan voor elke persoon anders. Zo zal een duursporter meer koolhydraten nodig hebben dan iemand die weinig beweegt. Of iemand met een endomorf lichaamstype minder dan iemand met een ectomorf lichaamstype. Als je dus écht gepersonaliseerde richtlijnen wenst, kan je hiervoor best een schema op maat laten maken door een voedingsconsulent.
Om al deze gegevens bij te houden, gebruik ik de MyFitnessPal-app. Het is heel handig in gebruik. In het begin is het vrij tijdsrovend, maar eens hij je gerechtjes en gewoontes onthoudt, gaat het vrij snel. Nu is de vraag: moet je nu echt alles wat je eet bijhouden? Ieder moet het voor zich uitmaken. Persoonlijk doe ik het meer uit nieuwsgierigheid. Zo kwam ik tot de conclusie dat ik op sommige dagen, en vooral op de dagen waarop ik sport, niet genoeg eet. Ik moet ook toegeven dat het bijhouden van mijn voeding in de app met ups & downs gaat. De ene week lukt het prima en de andere week vergeet ik het compleet. Ook vind ik het makkelijker om het bij te houden tijdens de weekdagen, dan tijdens het weekend. Je weet bijvoorbeeld ook niet altijd wat er exact in je bord zit wanneer je op restaurant gaat. Wat zijn de hoeveelheden, met wat is het vlees gebakken, welke kaas is er gebruikt?
Al die vragen zorgen er meestal voor dat ik het weekend gewoon oversla. Ook omdat ik me dan niet bezig wil houden met het “analyseren” van mijn voeding. En moet je dan echt die pizza die je op vrijdagavond at ook in je app toevoegen? Is dan het plezier en genot van die pizza gegeten te hebben dan niet volledig weg? Persoonlijk doe ik het niet. Ik geniet liever van de zaken die ik echt graag eet en dan wil ik later niet geconfronteerd worden met cijfers. De bedoeling is om een gezond en gebalanceerd leven te kunnen hebben. En niet om je gevangen te voelen en bij alles wat je eet te moeten nadenken of dat nu wel oké is of niet. Daarom is er voor mij in het weekend al wat meer ruimte voor gezondiging.
Hopelijk heb ik je met dit artikel wat meer duidelijkheid kunnen scheppen in de wereld van voedingsmiddelen. Wat ik hierbij duidelijk wou maken, is dat calorieën tellen alleen vaak niet de goede oplossing is. Je kan dan sommige dagen heel laag in calorieën proberen blijven, maar je lichaam krijgt dan een tekort aan te stoffen die het nodig heeft om er energie uit te halen.